Richtlijn blustoestellen

Brandblussers en brandslanghaspels

Blustoestellen behoren zodanig te worden geplaatst dat deze bij een calamiteit zo snel mogelijk kan worden ingezet. Blustoestellen dienen goed zichtbaar en gemakkelijk bereikbaar te zijn.

In de praktijk betekent dit over het algemeen de locatie van het blustoestel met een pictogram wordt aangeduid. De loopafstand naar het blustoestel bedraagt niet meer dan 30 meter. De afstand tussen twee blustoestellen bedraagt niet meer dan 60 meter.

Richtlijn
Vanuit de verzekeringswereld wordt vaak de volgende richtlijn gehanteerd: Eén brandslanghaspel of brandblusapparaat per 200 vierkante meter en minimaal twee per verdieping. Afhankelijk van de situatie ter plaatse kan men kiezen uit een minimum inhoud van:

  • 6 liter blusschuim;
  • 9 liter water;
  • 6 kg bluspoeder;
  • 5 kg CO2 (koolzuur).

Wanneer een brandslanghaspel is geplaatst dient de slanglengte ten minste 20 meter te bedragen en het moet mogelijk zijn met de uitgerolde slang de gehele ruimte te bereiken. Indien dit niet gehaald wordt kan men een of meerdere extra brandblussers plaatsen.

Uitzonderingen
Wanneer brandgevaarlijke werkzaamheden worden verricht of indien brandbare stoffen worden opgeslagen, is de eis een blustoestel per 100 vierkante meter en minimaal drie per verdieping.

Voor verdiepingen kleiner dan 100 vierkante meter en vrijstaande gebouwen kleiner dan 50 vierkante meter, die uitsluitend voor opslag van ongevaarlijke goederen worden kan met 1 blustoestel worden volstaan. Denk hierbij aan een kantoor, kantine zonder keuken, magazijn, enz.

Deskundig advies is maatwerk
Een richtlijn biedt een prima basis, maar geen twee situaties zijn identiek. Neem contact op met Prevent en laat een deskundige de situatie ter plaatse beoordelen.